Maternal Medicine in Motion: Multidisciplinary approach to
hypertensive disorders in pregnancy

Merlijn Wind, Leiden UMC
Promotiedatum: 5 maart 2025

In de afgelopen zeven jaar heeft Merlijn zijn promotieonderzoek uitgevoerd naast zijn opleiding tot
gynaecoloog. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de afdelingen Verloskunde (Dr. M.
Sueters, gynaecoloog-perinatoloog) en Nierziekten (Prof. Dr. Y.K.O. Teng, internist-nefroloog) van het
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het proefschrift onderzoekt manieren om de zorg voor
zwangere vrouwen met een verhoogd risico op hypertensieve complicaties te verbeteren, met een
focus op vrouwen die complexe ziekten zoals Systemische Lupus Erythematodes (SLE) en
Antifosfolipiden Syndroom (APS) hebben. Het biedt nieuwe inzichten en voorstellen voor betere
begeleiding van deze vrouwen, wat de kans op een gezonde zwangerschap en bevalling vergroot, met
speciale aandacht voor het behoud van de cardiovasculaire gezondheid van moeder en kind.

Preconceptiezorg voor vrouwen met complexe auto-immuunziekten

De eerste helft van het proefschrift richt zich op vrouwen met SLE, een auto-immuunziekte die vaak
samengaat met APS, wat de zwangerschap risicovoller maakt. Vrouwen met SLE hebben niet alleen
een verhoogd risico op vroeggeboorte en perinatale sterfte, maar lopen ook aanzienlijk verhoogde
cardiovasculaire risico’s zoals hoge bloeddruk en pre-eclampsie, ook wel zwangerschapsvergiftiging
genoemd. Het onderzoek laat zien dat het implementeren van een nieuw zorgpad, waarbij een team
van verschillende medisch specialisten samenwerkt, de zorg kan verbeteren. Dit zorgpad biedt een op
maat gemaakt behandelplan voor elke patiënt en helpt ziekte-opvlammingen te verminderen, wat de
zwangerschapsuitkomsten ten goede komt. In een andere studie worden specifieke voorspellers van
negatieve zwangerschapsuitkomsten geïdentificeerd. Deze studie identificeerde factoren zoals reeds
bestaande hoge bloeddruk, eerdere lupus nefritis, en de ziekteactiviteit van SLE vóór en tijdens de
zwangerschap als de belangrijkste risicofactoren voor negatieve zwangerschapsuitkomsten. Deze
bevindingen kunnen worden gebruikt om de risico’s in een zwangerschap beter in te schatten en de
zorg te optimaliseren. Het kan artsen en patiënten helpen bij het personaliseren van
behandelingsplannen, wat essentieel is voor het voorkomen van complicaties zoals vroeggeboorte,
pre-eclampsie en verlies van de zwangerschap.

Verbetering van de voorspelling van pre-eclampsie

Het proefschrift richt zich in het tweede gedeelte op de sFlt-1/PlGF ratio, een bloedtest die kan helpen
bij het voorspellen van pre-eclampsie, een aandoening die nauw verbonden is met verhoogde
bloeddruk en ernstige cardiovasculaire complicaties. Pre-eclampsie kan leiden tot ernstige schade aan
de bloedvaten van de moeder, wat zowel de gezondheid van de moeder als die van de baby in gevaar
brengt. In de PREPARE-studie werd de bloedtest bij 200 zwangere vrouwen met klachten van preeclampsie uitgevoerd. De resultaten gaven aan dat een normale uitslag van de test wijst op een laag
risico op pre-eclampsie binnen een week. Een combinatie van de bloedtest met eiwitbepaling in urine
biedt een nog betere voorspelling. Digitale zelf-monitoring van bloeddruk en klachten blijkt daarnaast
een veelbelovende aanvulling, waardoor zwangere vrouwen hun eigen bloeddruk kunnen monitoren
met een smartphone-app en bloeddrukmeter. Het vroegtijdig detecteren van verhoogde bloeddruk
kan helpen om cardiovasculaire schade te voorkomen en de zwangerschapsuitkomsten te verbeteren.
In een vervolgstudie, PREPARE II, wordt onderzocht of de combinatie van deze tests en zelf-monitoring
leidt tot betere uitkomsten en een daling van het aantal hypertensieve complicaties.

Plasmaferese: een mogelijke oplossing voor pre-eclampsie

Een ander aspect van het proefschrift onderzoekt plasmaferese, een behandeling die schadelijke
stoffen uit het bloed van de patiënt filtert. Aangezien pre-eclampsie vaak gepaard gaat met verstoorde
endotheelfunctie en vasculaire schade, wordt gespeculeerd of plasmaferese een rol kan spelen in het
behandelen van deze aandoening door het verbeteren van de cardiovasculaire gezondheid van de
zwangere vrouw. Hoewel de techniek veelbelovend klinkt, is er nog weinig wetenschappelijk bewijs
over de veiligheid en effectiviteit ervan tijdens de zwangerschap. De conclusie is dat, hoewel
plasmaferese in sommige gevallen mogelijk de uitkomsten zou kunnen verbeteren, er onvoldoende
bewijs is om het als standaardbehandeling voor zwangere vrouwen met pre-eclampsie aan te bevelen.
Desalniettemin lijkt deze behandeling veilig wanneer uitgevoerd door een ervaren multidisciplinair
team in een gespecialiseerd centrum.

Conclusie

De bevindingen in dit proefschrift kunnen de zorg voor hoog-risico zwangere vrouwen verbeteren. Het
onderzoek benadrukt het belang van multidisciplinaire samenwerking tussen verschillende medische
disciplines en instellingen om de zorg voor vrouwen met complexe ziekten te verbeteren. Door het
inzetten van innovatieve zorgmodellen, betere diagnostische hulpmiddelen en zelf-monitoring kunnen
risico’s beter gemanaged worden, wat de zwangerschapsuitkomsten voor zowel moeders als hun
baby’s ten goede zal komen. Dit proefschrift draagt bij aan het verbeteren van de cardiovasculaire zorg
voor zwangere vrouwen, met als doel hypertensieve complicaties te verminderen en de uitkomsten
van de zwangerschap te bevorderen