Taco van der Meulen, UMCG
Promotiedatum 25 maart 2019

Het doel van de in hoofdstuk 5 beschreven studie was om te onderzoeken of het darm en mond microbioom specifiek is voor pSS, in vergelijking met het darm en mond microbioom van SLE patiënten en controlepersonen uit de algemene bevolking. Ontlasting monsters van 39 pSS patiënten, 30 SLE patiënten en 965 populatie controles werden geanalyseerd met 16S rRNA gen sequencing. Daarnaast werd het microbioom van wanguitstrijkjes en mondspoelingen van dezelfde pSS en SLE patiënten met elkaar vergeleken. De bacteriële samenstelling van de ontlasting van pSS en SLE patiënten verschilde significant van dat van populatie controles, maar niet tussen pSS en SLE patiënten. De bacteriële samenstelling in de mond (zowel van het wangslijmvlies als in mondspoelingen), verschilde significant tussen pSS patiënten en SLE patiënten. Het fenotype van een patiënt (pSS of SLE) verklaarde 8 tot 9% van de variatie in bacteriële samenstelling in de mond. Uit de resultaten kan worden opgemaakt dat pSS en SLE patiënten vergelijkbare veranderingen laten zien in het darm microbioom ten opzichte van algemene populatie controles. Dit kan erop wijzen dat het darm microbioom betrokken is bij het ontstaan van pSS en SLE, hoewel de verschillen ten opzichte van populatie controles ook een gemeenschappelijk effect van deze ziekten kunnen zijn. Het feit dat het darm microbioom anders is bij zowel pSS als bij SLE patiënten biedt voor de toekomst mogelijkheden om eventuele therapie gericht op veranderingen van het darm microbioom (bijvoorbeeld door dieet of probiotica) te onderzoeken.

Samenvatting Proefschrift

Mijn proefschrift richt zich op de relatie tussen het oraal, darm en vaginaal microbioom en het primair syndroom van Sjögren (pSS), alsook systemische lupus erythematosus (SLE). Het menselijk microbioom bestaat uit de complete bacteriële samenstelling zoals die aanwezig is in en op het menselijk lichaam. Zowel het oraal als het darm microbioom wordt beschouwd als belangrijke beïnvloedende factor van ziekte en gezondheid en kan mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van auto-immuun inflammatoire aandoeningen. In de review in hoofdstuk 2 wordt de relatie tussen het darm microbioom en Sjögren, SLE en reumatoïde artritis (RA) beschreven. Vervolgens, in hoofdstuk 3 en 4 worden twee studies beschreven waarin het oraal microbioom (bepaald in een mondspoeling en van het wangslijmvlies) van patiënten met Sjögren wordt vergeleken met dat van mensen met droge mondsklachten zonder Sjögren en gezonde controles. Deze studies laten met name zien dat de bacteriële samenstelling in de mond afwijkend is bij mensen met weinig speekselproductie (zowel Sjögren als non-Sjögren), maar niet specifiek is voor Sjögren.

Alle hoofdstukken beschreven in dit proefschrift zijn terug te vinden als publicaties via de volgende links, waarbij de 4e link de studie is waarin ook SLE patiënten zijn opgenomen (dit artikel is gratis beschikbaar):

https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/odi.12472
https://ard.bmj.com/content/77/10/1542.info
https://doi.org/10.1093/rheumatology/key215
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0896841118305249?via%3Dihub