Naam onderzoeker: mw.drs. W.Lambers, internist io en PhD-student, UMCG

Promotieteam/mede-onderzoekers: mw. Prof. Dr. H. Bootsma, reumatoloog, mw. dr. K. de Leeuw, klinisch immunoloog, mw. dr. J. Westra, post-doc immunologie,  dhr. Prof. Dr. M.F. Jonkman, dermatoloog

Systemische lupus erythematosus (SLE) is een auto-immuunziekte die met name voorkomt bij jonge vrouwen. De term “auto-immuun” houdt in dat het afweersysteem,  dat normaal gericht is tegen bijvoorbeeld bacteriën en virussen, onterecht lichaamseigen eiwitten herkent als “vreemd” . Er kan zo een ontstekingsreactie ontstaan. De ziekte wordt gekenmerkt door ontsteking van  huid, gewrichten en interne organen, maar de verschijnselen kunnen tussen patiënten erg verschillen. Vroege herkenning van de ziekte is belangrijk om op tijd te starten met behandeling en orgaanschade te voorkómen. De diagnose wordt gesteld op grond van criteria, waarbij 4 van de 11 criteria nodig zijn om te kunnen spreken van SLE.

Sommige patiënten hebben typische kenmerken van SLE, zoals lupus van de huid of gewrichtsontstekingen, maar voldoen niet aan de classificerende criteria. Je spreekt dan van incomplete SLE (iSLE). Een deel van  deze patiënten zal altijd een mildere variant van de ziekte houden of weer herstellen, maar daarentegen ontwikkelt  10-50% in de loop van de tijd toch SLE. Momenteel kan nog niet goed voorspeld worden welke patiënten met iSLE een hoog risico hebben op progressie naar SLE. Een voordeel van het onderscheiden van hoog risico patiënten, is dat je deze groep intensiever kan vervolgen en misschien eerder kan behandelen, terwijl patiënten met een laag risico gerustgesteld kunnen worden. In het Universitair Medisch Centrum Groningen voeren we een onderzoek uit waarbij we patiënten met incomplete SLE een aantal jaar volgen met als doel betere voorspellers te vinden voor ontwikkeling naar SLE.

Hydroxychloroquine (HCQ)- met merknaam Plaquenil – is de hoeksteen van de behandeling van SLE. Het heeft verschillende effecten op het immuunsysteem, onder andere onderdrukt het werking van bepaalde receptoreiwitten  (“Toll like receptor”, TLR) van immuuncellen die een rol spelen bij het herkennen van lichaamseigen eiwitten als “vreemd”. Deze TLRs zorgen ervoor dat er ontstekingseiwitten – zogeheten cytokines – vrijkomen die direct of indirect schade aan organen kunnen veroorzaken.  Het is duidelijk aangetoond dat HCQ bij SLE patiënten de sterftekans verlaagt en opvlamming van de ziekte kan voorkomen. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat HCQ een preventief of vertragend effect heeft op de ontwikkeling van SLE.

In een substudie van ons onderzoek naar iSLE willen we kijken naar de effecten van HCQ. Het plan is om 15 patiënten die een indicatie hebben voor dit medicijn (bijvoorbeeld vanwege gewrichtsklachten of huidlupus) te onderzoeken op het moment dat gestart wordt met HCQ en 16 weken later. Er zal dan worden gekeken naar TLR-activiteit en cytokines in het bloed.  Dit onderzoek draagt bij aan het begrijpen van de rol die hydroxychloroquine speelt  in een vroeg stadium van SLE.