Onderzoeksstage Boston van Dennis Doorduijn

Het immuunsysteem is erg belangrijk in onze afweer tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen. Cellen en eiwitten in ons bloed die onderdeel uitmaken van de onze directe afweer kunnen direct reageren om binnenkomende ziekteverwekkers te doden of neutraliseren. Naast deze snelle respons kan het immuunsysteem ook na verloop van tijd antilichamen aanmaken die specifiek ziekteverwekkers kunnen neutraliseren. Zo kan bij een eventuele tweede aanraking met de boosdoener sneller gereageerd worden en kan ziekte voorkomen worden. Voor de productie van specifiek antilichaam staan B cellen centraal. Nadat B cellen in aanraking zijn gekomen met een specifiek eiwit van een ziekteverwekker, zogeheten antigenen, zullen ze bijzonder vaak delen en mutaties ondergaan. Uiteindelijk zal de B cel dat een antilichaam kan produceren dat het antigen het best herkent de competitie overleven en massief antilichaam produceren en ook tot geheugen B cellen ontwikkelen. Op deze manier kan een gastheer immunologisch geheugen op bouwen door de aanwezigheid van antilichaam en geheugen cellen die direct kunnen reageren in een tweede geval. Ondanks dat dit ervoor zorgt dat ziekteverwekkers geen ziekte kunnen veroorzaken in de mens, kan het immuunsysteem ook tegen lichaamseigen eiwitten antilichamen aanmaken, zoals gezien wordt bij lupus.

In dit onderzoek is gekeken naar hoe eiwitten in ons serum die de directe en snelle respons verzorgen, zogeheten complement eiwitten, antigenen kunnen labelen en daarmee de antilichaamrespons kunnen beïnvloeden. Er is eerder aangetoond dat dit labellen essentieel is om een sterke respons te generen. Er is in het bijzonder gekeken naar hoe deze complement eiwitten het vervoer naar en de opname van zogeheten folliculaire dendritische cellen (FDCs) beïnvloeden. Deze FDCs houden antigenen voor een langere tijd vast in de lymfeknoop en bevinden zich tussen B cellen om dit antigen ook te presenteren en B cellen in leven te houden. Aangezien ook lichaamseigen antigenen vast gehouden kunnen worden, kunnen FDCs ook de reactie tegen lichaamseigen eiwitten in stand houden en stimuleren. Er is eerder in ons lab aangetoond dat in een lupus muismodel voor FDCs een belangrijke rol ligt om B cellen in leven te houden die antilichamen aanmaken tegen lichaamseigen stoffen.

In mijn stage heb ik aan kunnen tonen dat het labelen van antigen met complement eiwitten essentieel is voor het vervoer van antigenen naar de FDC en de opname van antigenen. Of dit genoeg is voor het langdurig vasthouden heb ik niet aan kunnen tonen en zou meer onderzoek vergen. In tegenstelling tot andere studies hebben we echter niet gezien dat complement ook een stimulerend effect heeft op de antilichaamrespons. Andere resultaten vanuit ons lab door andere onderzoekers bevestigen wel dat de FDC een zeer belangrijke rol kan spelen in deze immuunrespons, maar dit wordt door hen verder uitgezocht. Desalniettemin levert dit onderzoek meer fundamentele kennis op over de rol van complement in het vervoer van antigenen naar de FDC en het effect op de immuunrespons.