Systemic Sclerosis – are anti-nuclear antibodies our guiding stars?
Maaike Boonstra, LUMC Leiden
Promotiedatum: 08-11-2022
Samenvatting
In dit proefschrift wordt de potentie van anti-nucleaire antistoffen onderzocht om te kunnen functioneren als biomarker. Dat wil zeggen dat wordt gekeken of de antistoffen van een patiënt het ziekteverloop kunnen voorspellen.
Het proefschrift bestaat uit vier delen: Het eerste deel beschrijft waarom het noodzaak is dat we biomarkers te vinden. Dit laten we zien met behulp van de uitkomsten van de RITIS studie. De RITIS studie is een gerandomiseerd onderzoek, waarbij het effect van rituximab bij patienten met systemische sclerose beoogd werd te onderzoeken. Helaas kon aan dit onderzoek geen conclusie worden verbonden. We bleken achteraf namelijk niet in staat te zijn geweest om de juiste patiënten voor dit onderzoek te selecteren. Waar de bedoeling geweest was om patiënten te selecteren met een ernstig ziektebeloop, had het gros van de patiënten, ook in de placebo groep, een stabiel ziektebeloop. Systemische sclerose heeft echter bij een deel van de patiënten een fataal beloop. Als we in staat waren geweest de juiste patiënten te selecteren, hadden we een beter onderzoek kunnen uitvoeren. Voor toekomstige studies zijn biomarkers dus nodig, zodat niet opnieuw studies worden uitgevoerd, zonder dat er conclusies aan kunnen worden verbonden.
Het tweede deel van het proefschrift onderzocht daarom of we met kennis van de aanwezigheid van anti-nucleaire antistoffen bij een patiënt iets konden zeggen over het ziektebeloop. Helaas bleek kort door de bocht genomen ook kennis van de aanwezigheid van anti-nucleaire antistoffen onvoldoende om vast te kunnen stellen welke patiënt een ernstig ziektebeeld zou laten zien.
In het derde deel werd gefocust op anti-topoisomerase antistoffen. Patiënten met een ernstiger/fataal ziekteverloop vallen namelijk vaker in deze groep. We vonden dat wanneer meer anti-isomerase antistoffen van het type IgM aanwezig waren, het ziektebeloop ernstiger was. Ook vonden we dat mannen ongeacht de antistof die ze bij zich dragen, altijd een ernstiger ziektebeloop hebben. Het is tot noch toe onduidelijk waarom dit het geval is.
In het laatste deel van het proefschrift volgt een reflectie op de bovenstaande bevindingen: Alhoewel associaties van karakteristieken van antistoffen werden gevonden met beloop, kunnen ze op dit moment nog onvoldoende als biomarker dienen. Er zijn echter nog veel karakteristieken nader te onderzoeken. Met meer kennis van die karakteristieken zou ons begrip van hoe systemische sclerose nu eigenlijk ontstaat kunnen toenemen en zijn we in de toekomst wellicht beter in staat te voorspellen wat het ziektebeloop bij een patiënt zal zijn en wat voor hem/haar de juiste therapie is.