Verhoogt urinezuur de kans op het ontstaan van pulmonale hypertensie in patiënten met systemische sclerose door activatie van het immuunsysteem?

Aanvrager: Sander van Leuven, Radboud UMC

Het onderzoek wordt uitgevoerd in het Radboudumc, een NFU expertisecentum voor pulmonale hypertensie. Binnen het pulmonale hypertensie team is er een nauwe samenwerking tussen de afdelingen Reumatologie (Madelon Vonk en Hanneke Knaapen-Hans), Cardiologie (Arie van Dijk en Toon Duijnhouwer) en Longziekten (Wanda Hagmolen of ten Have)

Start onderzoek: september 2018, verwachte einddatum 31 augustus 2020

Opzet en methode van het onderzoek:

Dit is een cross sectionele, translationele, proof of principle studie. We zullen vijftien opeenvolgende SSc patiënten bij wie door middel van hartcatheterisatie PAH wordt vastgesteld vragen of ze willen deelnemen aan deze studie. Patiënten die willen deelnemen zullen worden uitgenodigd voor een studie visite. Tijdens deze studie visite zal er bloed worden afgenomen en zal er een speciale MRI scan van het hart worden gemaakt. 

Bij deze 15 SSc patiënten met PAH zullen we 15 SSc patiënten zoeken zonder PAH. Deze groep zal fungeren als een controle groep. Ook deze patiënten zullen worden uitgenodigd voor een studie visite waar bloed zal worden afgenomen gevolgd door een speciale MRI scan van het hart.

Het bloed dat wordt afgenomen zal voor een deel gaan naar het klinisch chemisch laboratorium voor standaard bepalingen (inclusief nierfunctie, urinezuur, ontstekingswaardes etc.). De rest van het bloed gaat naar ons laboratorium van de experimentele reumatologie. Daar zullen de ontstekingscellen (monocyten) worden geïsoleerd. Deze cellen worden vervolgens blootgesteld aan verschillende concentraties urinezuur waarna we analyseren hoeveel fibrose- en ontstekingseiwitten ze produceren.

Tenslotte zullen we in de groep van 15 SSc-PAH patiënten een extra analyse uitvoeren. Bij de SSc patiënten met recente vastgestelde PAH zullen we vaststellen of de ernst van hun PAH samenhangt met de mate waarin monocyten eiwitten produceren die ontsteking en fibrose aanwakkeren

Relevantie voor de NVLE en de patiënten

Deze studie is van groot belang voor patiënten met SSc. PAH is immers een zeer ernstige manifestatie van systemische sclerose. Zoals gezegd ontwikkelt maar liefs een op de zes SSc patiënten PAH. En medicatie tegen PAH werkt bij patiënten met SSc helaas minder goed dan bij patiënten met andere vormen met PAH. SSc patiënten met PAH hebben een 3-jaarsoverleving van slechts 50%.
Het is daarom noodzakelijk de gebrekkige effectiviteit van de beschikbare behandeling en de beperkte levensverwachting van SSc-PAH patiënten aan te pakken. Dit begint met meer kennis van het onderliggende ziekteproces. Het is op dit moment onvoldoende bekend welke SSc patiënten PAH zullen ontwikkelen en welke factoren hieraan bijdragen.
SSc is echter een zeldzame aandoening en alleen een subgroep ontwikkelt PAH. Dat betekent automatisch dat er wereldwijd slechts een aantal expertise centra zijn met voldoende patiënten om het ontstaan van deze ernstige aandoeningen te onderzoeken. Het Radboudumc is gelukkig zo’n groot expertise centrum.

Deze studie kan bovendien de start zijn van belangrijk vervolgonderzoek. Als blijkt dat urinezuur inderdaad bijdraagt aan het ontstaan van PAH in SSc zou het een logische volgende stap zijn om te bestuderen wat het effect is van urinezuurverlagende medicatie in SSc. Er zijn al verschillende medicijnen beschikbaar die veilig en effectief het gehalte urinezuur in de bloedsomloop kunnen verlagen. Deze worden veelvuldig gebruikt door onder andere patiënten met jicht. Met andere woorden, als urinezuur een belangrijke factor blijkt te zijn, kan er direct een studie volgen die vast kan stellen of het verlagen van urinezuur gunstige effecten heeft in patiënten met SSc-PAH.