Voorspelling en diagnose van acute nierschade
Onderzoek van januari tot september 2019 aan de Harvard University
J.J.E. Koopman – specialist in opleiding LUMC
“Met dit onderzoek verbeter ik mijn kennis en vaardigheden om beter begrip te krijgen van de oorzaak, voorspelling, diagnose en behandeling van acute nierschade door aandoeningen zoals lupus, antifosfolipidensyndroom, sclerodermie en de ziekte van Sjögren. Het onderzoek naar en de zorg voor deze nierschade wordt namelijk belemmerd door het gebrek aan handzame en betrouwbare maten. Op deze manier wil ik mijn huidige onderzoek naar acute nierschade versterken en uitbouwen, dat ik beschouw als het begin van een onderzoekscarrière met toepassingsmogelijkheden in de patiëntenzorg.”
Omdat onderzoek naar de voorspelling en diagnose van acute nierschade niet plaatsvindt in Nederland, wordt dit onderzoek uitgevoerd tijdens een verblijf bij de wereldwijd meest vooraanstaande onderzoeksgroep op dit gebied onder leiding van Sus Waikar aan Harvard University. De grote aantallen patiënten met acute nierschade die deze groep bestudeert en behandelt zijn niet voorhanden in Nederland.
Achtergrond
Acute
nierschade kan worden veroorzaakt door verschillende aandoeningen,
waaronder lupus, antifosfolipidensyndroom, sclerodermie, mixed
connective tissue disease en de ziekte van Sjögren. Van patiënten
opgenomen in het ziekenhuis loopt 2–7% acute nierschade op. Van ernstig
zieke patiënten krijgt 50% het. Als gevolg van de schade kunnen de
nieren geen zorg meer dragen voor het verwijderen van schadelijke
stoffen uit het bloed, het reguleren van het bloedvolume en het
produceren van hormonen, waardoor onomkeerbare schade aan de nieren en
andere organen ontstaat. Uiteindelijk leidt acute nierschade in 30–75%
tot de dood.
Hoewel acute nierschade vaak voorkomt en ernstige
gevolgen kan hebben, worden in de praktijk twee maten gebruikt voor de
voorspelling en diagnose ervan – één in bloed en één in urine – die
notoir onbetrouwbaar zijn. Beide maten zijn pas afwijkend wanneer de
nieren uitgebreid beschadigd zijn, worden beïnvloed door lichaamsbouw en
dieet, wijzen niet op de oorzaak van de nierschade en geven geen
informatie over de kans van herstel. Een nierbiopsie is de meest
betrouwbare manier om zowel nierschade als de oorzaak ervan vast te
stellen, maar gaat gepaard met het risico op nierbloeding. Voor een
tijdige en accurate voorspelling en diagnose van acute nierschade is het
cruciaal om te beschikken over handzame en betrouwbare maten die de
bovengenoemde nadelen niet kennen.
Verschillende aandoeningen die acute nierschade veroorzaken, waaronder de hierbovengenoemde ziekten, gaan gepaard met afwijkingen van complementfactoren. Complementfactoren maken deel uit van het afweersysteem. De afwijkingen ervan leiden tot ontsteking van de nieren. Alleen met een nierbiopsie kan worden aangetoond of acute nierschade het gevolg is van een afwijking van complementfactoren; maten in bloed en urine zijn daarvoor niet voldoende. Het is onduidelijk waarom complementafwijkingen bij de één wel en bij de ander niet ontstaan. Ze kunnen worden uitgelokt door onschuldige gebeurtenissen zoals een zwangerschap of griep. Anderzijds hebben sommige mensen complementafwijkingen zonder ziek te worden. Het is ook onduidelijk hoe nierschade door complementafwijkingen kan worden vastgesteld en de verschillende onderliggende aandoeningen kunnen worden onderscheiden zonder nierbiopsie. Ten slotte is onduidelijk welk deel van de complementafwijkingen verantwoordelijk is voor het ontstaan van nierschade. Mogelijkerwijs zijn verschillende complementfactoren afwijkend bij de verschillende aandoeningen.
Onderzoeksdoelen
(a)
Het vinden van nieuwe maten in bloed of urine waarmee acute nierschade
kan worden voorspeld en gediagnosticeerd, die reeds afwijkend zijn
voordat de nieren beschadigd raken, weinig beïnvloed worden door
lichaamsbouw en dieet, aanwijzingen geven over de oorzaak van de
nierschade en informatie geven over de kans op herstel.
(b) Het
opsporen van verschillen in complementfactoren in bloed, urine en/of
nierbiopten om verschillende oorzaken van acute nierschade – zoals
lupus, antifosfolipidensyndroom en de ziekte van Sjögren – te kunnen
onderscheiden.
Onderzoeksinstituut
Aangezien onderzoek naar de voorspelling en diagnose van acute nierschade nauwelijks plaatsvindt in Nederland, wordt dit onderzoeksproject uitgevoerd tijdens een verblijf bij de wereldwijd meest vooraanstaande onderzoeksgroep op dit gebied onder leiding van Sus Waikar aan Harvard University. De grote aantallen patiënten met acute nierschade die deze groep bestudeert en behandelt zijn niet voorhanden in Nederland.
Onderzoeksmethode
Bovengenoemde groep bestudeert patiënten met acute nierschade, onder wie 676 patiënten die een nierbiopsie hebben ondergaan. Een deel van deze patiënten heeft lupus, antifosfolipidensyndroom, sclerodermie of de ziekte van Sjögren; een deel van hen heeft andere aandoeningen met afwijkingen van complementfactoren. Van deze patiënten zijn uitgebreide gegevens verzameld over algemene medische karakteristieken, reguliere maten van acute nierschade in bloed en urine, mogelijke nieuwe maten van acute nierschade in bloed en urine en complementfactoren. Deze gegevens worden gekoppeld aan de resultaten van de nierbiopsieën en het geregistreerde verloop van de aandoeningen. Terugkijkend worden zo de maten van acute nierschade gezocht, waaronder verschillende complementfactoren, die het beste voorspellend, diagnosticerend en onderscheidend zijn. Aangezien medisch onderzoek zinloos is zonder vertaling naar de medische praktijk, wordt naast dit onderzoek enige tijd meegekeken bij het diagnosticeren en behandelen van patiënten met acute nierschade door nefrologen en het beoordelen van hun nierbiopsieën door pathologen, zodat de praktische toepasbaarheid van de verschillende maten van acute nierschade kan worden beoordeeld.
Implementatie
De kennis en kunde die tijdens het onderzoek aan Harvard University worden opgedaan, worden na terugkomst in Nederland toegepast. Enerzijds worden ze toegepast in het lopende onderzoek naar complementafwijkingen als oorzaak van acute nierschade. Dit lopende onderzoek maakt deel uit van het nationale COMBAT-Consortium en probeert te verhelderen waarom de één wel, maar de ander niet nierschade door complementafwijkingen oploopt en hoe die het beste behandeld kan worden. Dit onderzoek wordt echter belemmerd door het gebrek aan handzame en betrouwbare mate van acute nierschade. Die lacune wordt opgevuld door het hier beschreven onderzoek aan Harvard University. Anderzijds worden de opgedane kennis en kunde in Nederland toegepast bij zorg voor patiënten met acute nierschade in de medische praktijk. Met deze maten kan acute nierschade sneller en betrouwbaarder worden opgespoord en vastgesteld, liefst al vóórdat de schade is ontstaan. Bovendien geven deze maten meer inzicht in de oorzaak van de nierschade en dus in de best mogelijke behandeling. Als voorbeeld worden momenteel medicijnen ontwikkeld die elk een specifieke complementfactor remmen. Zo lang echter niet gemeten kan worden welke complementfactor afwijkend is en geremd dient te worden, kan geen keuze worden gemaakt voor en tussen zulke medicijnen. Het hier beschreven onderzoek helpt om in de toekomst zulke keuzes wel te kunnen maken.